Saturday, July 24, 2010

Samba Rock uit Rio of Sampa?


Pinksterweekend, 31 mei. Het is festivalweekend in Nederland en ik zit op de Music Meeting in Nijmegen. Dit wereldmuziekfestival jubileert en heeft voor de 25ste keer weer een topprogrammering staan. En tot mijn grote vreugde is Braziliaanse muziek de rode draad. Het begint dan ook goed! Na de opening met burgemeester Thom de Graaf, begint de bigband SpokFrevo Orchestra uit Recife, Pernambuco. Kippenvel krijg ik van het schelle trompetgeluid en het heerlijke opzwepende frevo ritme. Wat een emotie, wat een feest! Aan het einde van het concert nodigt saxofonist en orkestleider Spok de Nederlandse percussionisten uit om te gaan ‘jammen’. Zij krijgen namelijk een workshop van de sambistas van PLAP (Pedro Luis e A Parede) uit Rio.
Voor deze blog wil ik een vergelijking trekken tussen sambarock uit Rio de Janeiro en São Paulo, waar ik net een maand heb gezeten. De zonet genoemde PLAP die op de Music Meeting heeft opgetreden, staat als volgt omschreven in het programmaboekje:

… een stelletje doorgewinterde sambarockers uit Rio de Janeiro… van carnavaleske koperblazers batucada-beats tot smerige gitaarpsychedelica, van melancholieke bossa nova via bezwerende berimbau naar slapping basfunk met een red hot chili-smaakje.
De appetijtelijke omschrijving hoort in feite bij de nieuwste cd Ponto Enrado van PLAP, want er staan geen koperblazers op het podium. De omschrijving belooft verder een pittige mix met ‘smerige’ gitaarrifjes, maar de muziek komt op mij over als een versterkte vorm vansamba canção. De psychedelische rifjes zijn er wel, maar verstopt in een aantal nummers. De verschillende ritmes zoals de maracatu en batucada worden wel gespeeld, maar over het algemeen zijn het rustige samba ritmes waar je lekker op kunt wiegen. De Brazilianen in het publiek waren super enthousiast, maar dat zijn ze al gauw als er iets uit het thuisland op het podium staat.
Hoe anders is de samba rock uit São Paulo…
Volgens zanger, componist Romulo Fróes heeft dat te maken met de sambatraditie in Rio de Janeiro en São Paulo. Hier kun je lezen over de oorsprong van samba en de vele vormen van het genre. De samba in Rio is veel meer aan de traditie gebonden uit respect voor de grote meesters en is er in São Paulo ruimte voor experimenten. Volgens mij ligt het ook aan de levensfeer van beide steden. In de metropool São Paulo is er een constante flux van beweging, geluid en vernieuwing, terwijl het tempo in Rio een stuk lager is, wat uiteraard te maken met de schoonheid van de stad Rio en haar stranden. São Paulo is een echte betonnen jungle waar je hard moet schreeuwen en rennen om te kunnen overleven.
Een paar weken terug was ik bij de presentatie van de nieuwste cd No Chão sem o Chão van Romulo Fróes, uitgebracht door het YB-label. Ik laat hier even het nummerA Anti-Musa horen (zien).


Het nummer begint rustig maar verandert in een heftige retrorock, waar de Paulistanos hun vingers bij aflikken. Op deze dubbel-cd zet Fróes een nieuwe koers uit. In 1998 begon hij zijn muzikale carrière bij Banda Losango Cáqui en heeft hij intussen al heel wat liederen geschreven voor andere muzikanten. Aanvankelijk waren zijn samba’s (samba triste) ook meer op z’n samba’s, dus met een cavaquinho, tamboerijn enz. Ditmaal heeft hij de vrije hand gegeven aan bassist Fábio Sá, gitarist Guilherme Helo en drummer Curumin. De samba gedijt goed in de ruige rock van deze topmuzikanten.

Ook de samenwerking tussen Fróes en de avant-garde kunstenaars Nuno Ramos (Nuno Álvares Pessoa de Almeida Ramos) en Clima (Eduardo Climachauska), is bijzonder en laat zien dat de kunstwereld en de wereld van de muziek in elkaars verlengde liggen. De teksten van Ramos en Clima zijn literair en bevatten veel woorden maar zijn geenszins narratief. Dat is ook meteen een verschil met de teksten van PLAP die wat eenvoudiger zijn en meezingbaar zijn. Het zal voor Fróes niet gemakkelijk zijn om de teksten die hij moet declameren uit zijn hoofd te leren. Als luisteraar ben je ook veel meer bezig met het interpreteren van de teksten.
In zijn dagelijkse bestaan is Fróes de assistent van beide kunstenaars. Ook in het werk van Nuno Ramos is muziek (instrumenten) verwerkt.











Ramos, Nuno
Pagão , 2002 – 2003
pedra sabão, instrumento musicais, partitura do choro “Pagão” de Pixinguinha, vaselina
dimensões variáveis
Registro fotográfico Eduardo Eckenfels
Volgens Fróes kunnen de kunstenaars in tegenstelling tot muzikanten van de kunst leven. Het sympathieke label YB Music dat geld verdient met het produceren van tv reclames en waar artiesten als Fróes terecht kunnen, organiseert regelmatig discussieavonden over de toestand van de niet-commerciële muziek. Net zoals dat in Nederland gebeurt op het World Blend of tijdens de Dag van de Nederlandse Jazz. De erkenning van bepaalde genres en muzikanten schijnt een wereldwijd probleem te zijn. Zijn er teveel muzikanten voor te weinig podia, is de muziek te ingewikkeld, of ligt het aan de desinteresse van het publiek?

Doordat Fróes in de gelegenheid werd gesteld om in een barretje in Brooklyn een paar samba’s te mogen spelen voor een enthousiaste menigte, denkt hij dat de situatie in Amerika voor muzikanten veel gunstiger is. Na ons gesprek gaan we weer naar Sesc Pompeía waar zijn vriend Bruno Morais zijn nieuwe cd A Vontade Superstar presenteert. Het is inderdaad opvallend hoe het publiek gevuld is met vrienden en muzikanten. Maar dat is vaak ook zo in Nederland als de muzikant nog niet genoeg bekendheid geniet…

Gepubliceerd op 31 mei 2009 op Radio6.nl

No comments:

Post a Comment